Overzicht

Het castrum Roquefort de la Montagne Noire ligt net op de grens van de departementen Aude en Tarn, boven de vallei van de Sor, tussen Les Cammazes en Durfort, niet ver van het gehucht Jacournassy. De site ligt evenwel midden in een onherbergzaam woud en is zeer moeilijk te vinden of te bereiken.

Roquefort

Historische situering

De burcht van Roquefort de la Montagne Noire wordt voor het eerst vermeld op het einde van de 11de eeuw. Ze bewaakte de vallei van de Sor in de Montagne Noire. In 1209, na de val van Béziers bij het begin van de Albigenzische kruistocht, werd het castrum een schuilplaats voor de vele katharen die op de vlucht waren voor het kruisleger. Het viel echter al gauw in handen van Simon de Montfort die het evenwel niet heeft verwoest. Enkele jaren later kon de machtige feodale familie Rocafort haar bezit terug recupereren en tussen 1260 en 1280 was de site een veilige etappeplaats voor de vele katharen die zich in Lombardije gingen verschuilen voor de Inquisitie.

Tal van belangrijke feodale heren leefden in Roquefort. Eén van de bekendste is Guilhem de Rocafort, die de cisterciënzer abdij van Eaunes, vlakbij Muret, liet brandschatten en haar abt liet vermoorden. Hij streed aan de kant van de Occitanen bij de belegering van Termes in 1210 en kwam in 1211 om het leven bij het eerste beleg van Toulouse.

Roquefort5

Zijn zoon Jourdain, heer van Montgey, was een fervent beschermer van de vele katharen die in zijn gebied leefden en hij ontving op zijn sterfbed het consolament. Toch werd hij begraven in de abdij van Saint Papoul in de Lauragais. Een ander belangrijk personage uit deze familie was Bernat Raimon de Rocafort die katholiek bisschop van Carcassonne werd, niettegenstaande zijn familie eerder het katharisme was toegenegen.

Peire Isarn, schoonbroer van Guilhem de Rocafort, was de kathaarse bisschop van de Cabardès en woonde in Cabaret-Lastours. Hij werd vlakbij Caraman gearresteerd en in 1226 in Caunes Minervois op de brandstapel gezet, in aanwezigheid van koning Lodewijk VIII van Frankrijk.

Het castrum van Roquefort kan, samen met Saissac, Hautpoul en Cabaret-Lastours, beschouwd worden als één van de belangrijkste plaatsen voor het katharisme in de Lauragais en de Montagne Noire. In sommige bronnen wordt er gewag gemaakt van meer dan tweehonderd katharen die in het castrum een veilig onderkomen vonden onder de bescherming van Jourdain de Rocafort.

Tijdens de Honderdjarige Oorlog werd Roquefort bewoond door een bende struikrovers die het land onveilig maakten tot omstreeks 1417.

Uiteindelijk werd het castrum op bevel van koning Karel VI van Frankrijk vernield en bleven de ruïnes verder onaangeroerd.

Roquefort2

De site

De ruïnes van Roquefort bestaan uit twee grote delen: de burcht en het castrum met de resten van kleine woningen, overwoekerd door de natuur. Men betreedt de site via een romaanse toegangspoort die recent werd hersteld en verstevigd om verder verval te voorkomen. De afmetingen van de burcht zijn eerder bescheiden: ongeveer 20 meter op 10 meter. De vrij dikke muren zijn zorgvuldig gebouwd. De binnenkoer is erg klein en nog nauwelijks te onderscheiden. De toren, in de 18de eeuw ‘Duivelstoren’ genoemd, is hoogstwaarschijnlijk een overblijfsel van de donjon die gebouwd werd op het hoogste punt van de rotskam.

Roquefort4

Van het middeleeuwse castrum aan de voet van de burcht resten enkel nog de funderingen van een vijftiental wel erg kleine woningen met een gemiddelde oppervlakte van slechts 12m². De muren werden opgetrokken in natuursteen, de daken waren in leisteen. Hier en daar is in het castrum nog een vaag spoor van een straatje waar te nemen. In een van de woningresten is er nog een silo te zien, waarin destijds graan werd opgeslagen maar die nu vol water staat. Dergelijke bescheiden woongemeenschappen vindt men ook terug op vergelijkbare sites zoals Péreille, Ussan, Blanchefort, Rouffiac en Camps, allemaal kleine arendsnesten rond een vrij kleine burcht.

De huidige eigenaar, Pierre Clément, is in 2009 begonnen met archeologische prospecties o.l.v. Michel Barrère, Jean-Paul Cazes en Marc Comelongue met de bedoeling de site voor verder verval te behoeden.

Roquefort3

In 2009 verscheen bij Uitgeverij Loubatières een mooi verzorgde luxe-uitgave over Roquefort de la Montagne Noire met bijdragen van Anne Brenon, Jean Duvernoy, Jean-Louis Gasc, Gwendoline Hancke, e.a. (ISBN 978-2-86266-590-X).

Tekst: Michel Gybels
Bronnen:
- Coll., Roquefort de la Montagne Noire, Loubatières, 2009;
- Jean-Paul Calvet, Rapport archéologique 2007.

Overzicht